Dit handboek maakt u wegwijs in de techniek van het Wireless Leiden netwerk
Door geheel Leiden en omgeving verspreid staan toegangspunten ("nodes") van Wireless Leiden. Een node bestaat uit een antenne die de directe omgeving bedient en één of meer 'interlink antennes' die de betreffende node met andere nodes van Wireless Leiden verbindt. Een gebruiker maakt contact met de dichtstbijzijnde node en de nodes geven het verkeer dan weer door aan de andere nodes van Wireless Leiden. Een node is dus zowel een toegangspunt als een netwerkknooppunt.
Voor een vrijwel volledige dekking verwachten we dat er zo'n 35 nodes voor geheel Leiden nodig zijn. Eind 2002 zijn we begonnen, begin april 2003 waren er zo'n 15 geplaatst en eind 2008 al meer dan 70, zowel in Leiden als in gemeenten in de buurt.
Nodes staan over het algemeen op hoge en centrale plaatsen, zoals op kerken, scholen en kantoorgebouwen. De locatie van elke node is met zorg gekozen om een zo dekkend mogelijk netwerk te krijgen. Een node heeft een naam en wordt veelal vernoemd naar degene die de hardware voor de node betaalt: de sponsor.
Ziehier als voorbeeld het diagram van één van onze nodes.
Deze node bestaat uit vier antennes: drie richtantennes en een 'omni-antenne' die de buurt bedient. De richtantennes stralen elk een eigen richting uit en maken contact met nabijgelegen, andere nodes.
Het hart van een node is een computerbordje met een mini-wifi-kaartje en drie of vier ehternetpoorten (netwerkverbindingen). Deze poorten zijn met behulp van netwerkkabel verbonden met de richtantennes. De richtantennes zijn meestal Ubiquity nanostations. De node wordt geheel op afstand beheerd en heeft geen toetsenbord of beeldscherm.
Onderhoud gebeurt via het wireless netwerk. De node draait een speciale software-configuratie die door de Stichting Wireless Leiden ontwikkeld is (Zie ook NodeFactory ).